uitzonderingen
Uitzonderingen klinkt alsof het nooit voorkomt, maar deze komen toch geregeld voor.
let op: al deze dingen hebben signaalwoorden zie hier
1) Het woord zit in een gegeven woord
Vb. larve in boemeltrein (5) -> emelt
Uitleg: larve =emelt, plus boemeltrein, dus emelt
2) Een woord(deel) moet je omkeren
Vb. groet weer de eerste vrouw (3) -> ave
Uitleg: groet = ave, de eerste vrouw = eva, en eva andersom is ave
3) Je moet een deel van het woord weghalen
Vb. een insect is een moment niet ver van het keukengerei (5) -> ketel
Uitleg: insect = kever, moment = tel, niet ver betekent dat ver eraf moet, keukengerei = ketel, dus ke(ver)tel
4) Een woord klinkt hetzelfde als het antwoord, maar je schrijft het anders
Vb. advies voor bijen, zo te horen (4) -> raat
Uitleg: advies = raad, in een bijenkorf zitten raten (1 raat), dus raat
5) Een van de woorden is een anagram
Vb. werkplaats van een verwarde Amerikaan (9)-> naaikamer
Uitleg: werkplaats = naaikamer, en als je de letters van Amerikaan husselt kom je uit op naaikamer
6) Een woord is gesplitst en het andere wordt zit ertussen en vormen samen een woord
Vb. gravure in een lel geeft een verwonding (6) -> letsel
Uitleg: gravure = ets, lel = lel, dus ets in lel geeft l(ets)el
7) Een woord heeft een betekenis in een andere taal
Vb. dit dier is altijd in Engeland (4) -> ever
Uitleg: dier = ever, altijd is ever in het Engels, dus ever
8) Sommige letters of lettercombinaties of cijfers geven een gedeelte van een woord
Hem of ‘m = m haar of ‘r = r
‘s = s ‘t = t
U = u de eerste of de beste = a
Een beetje = b een of 1 = i
(romeinse) 50 = l nul of niets = o
Parkeerplaats = p de laatste = z
Aas = aa effen = ff
Kaas = kk Els of Ellen = LL
Essen = ss zetten = zz
1 = i of een lidwoord 4 = vervoeging van vieren
5 = e 7 = vervoeging van zeven
10 = x 11 = sprookjesfiguur
50 = l 100 = c
500 = d 1000 = m
Let ook op andere gemenigheden,
vb. een van de acht (5)-> zeven
uitleg: 8-1=7